Een mevrouw belde mij in grote paniek. Ze had een brief gekregen van de politie dat ze werd verdacht van mishandeling. Zij zich moest melden voor een verhoor bij de politie. Ze was erg ongerust dus heb ik haar gelijk uitgenodigd voor een gesprek. Ze bracht de brief mee en daaruit bleek dat zij niet zou worden aangehouden. Ik kon mevrouw dus gelijk gerust stellen dat zij niet de politiecel in zou hoeven.

Voorbereiding van verhoor bij de politie: hoe pak ik dit aan?

Mevrouw vertelde mij uitgebreid het hele verhaal. Ze had inderdaad iemand gebeten, maar dat dit was gebeurd uit zelfverdediging. Haar aanvaller trok met zijn ene hand aan haar haar en wurgde haar met zijn andere hand. Toen zijn hand bij haar mond was had ze toegebeten. Niemand had iets gezien dus er waren geen getuigen. Ook hingen er geen camera’s op de plaats waar het gebeurd was. Het was een ouder feit. Er waren ook geen lichamelijke sporen meer. Mevrouw was ook niet naar de huisarts gegaan. Zo op het oog was er dus maar weinig om de lezing van mevrouw te ondersteunen.

Advies

We hadden geen ‘harde’ bewijzen om de  verklaring van cliënte te ondersteunen. We hebben we de gebeurtenissen stap voor stap onder de loep genomen. Cliënte vond, begrijpelijk, dat er sprake was van zelfverdediging (noodweer). Maar dat konden we niet bewijzen. Mishandeling is volgens de wet (300 Sr) iemand opzettelijk pijn of letsel toebrengen. Opzettelijk (expres) is hier het sleutelwoord. Cliënte had degene die haar had aangevallen gebeten in een reflex, dus niet expres. Ik heb haar aangeraden dit enorm te onderstrepen tijdens het verhoor bij de politie. Ook heb ik haar aangeraden er goed op te letten dat dit in haar verklaring terecht zou komen.

Dit is ook gebeurd. Drie maanden later werd cliënte vrijgesproken door de politierechter in Rotterdam.